Vogel van de week
Door Hans Peeters
Turelurende tureluurs klinken als muziek in je oren, als ze in het voorjaar boven Gruttoland achter elkaar aanjagen. Ze dragen hun naam met ere en bijna dag en nacht klinkt het melodieuze TJUUluuu-TJUUluuluu met de klemtoon op het eerste deel. Nu al kijken we reikhalzend uit naar het nieuwe broedseizoen.
Imponerende baltsvlucht
De baltsvlucht van het mannetje is opvallend en luidruchtig. In een golvende vlucht zweeft hij luid roepend naar de grond. Wanneer hij landt houdt hij de spitse vleugels wat langer omhoog, zodat de witte ondervleugels duidelijk in beeld komen. Hij doet zijn uiterste best om hiermee de rondhangende vrouwtjes te imponeren. Het is een feest om bij de balts van de tureluur aanwezig te mogen zijn. Afgelopen voorjaar heb ik urenlang van dit schouwspel kunnen genieten vanuit een van de fantastische vogelhutten op Gruttoland.
Oranjerode poten
De balts in het voorjaar is het meest opvallende aan de op zich onopvallende steltloper. Het grijsbruine verenkleed van zowel mannetje als vrouwtje is weinig spraakmakend. Wat nog het meest in het oog springt zijn de felgekleurde oranjerode poten. Op zijn hoge stelten, die overigens een stuk korter zijn dan van bijvoorbeeld de grutto, scharrelt hij door het plasdras. Met de medium-sized snavel prikt hij larfjes, slakjes en pieren uit de modder. Verder doet de tureluur zijn uiterste best om zo min mogelijk op te vallen.
Goed verstopt
Mevrouw tureluur legt haar vier eieren in een kuiltje dat goed verstopt is tussen de hogere vegetatie. Boer Murk herinnert zich een voorval van enkele jaren geleden. “De laatste jaren controleren we de aanwezigheid van nesten met een drone. Met een warmtebeeldcamera vliegt deze over het gebied en spoort moeiteloos de legsels op. In het veld loopt een zoeker, die door de dronepiloot naar het nest wordt geleid. De zoeker stelt dan vast om welke vogelsoort het gaat. Deze methode geeft zo weinig mogelijk verstoring. Op een ochtend signaleerde dronepiloot Teade een nest aan de rand van het weiland. Per gsm dirigeerde hij de zoeker die richting in. Die reageerde: “Ik zie hier niets.”
Teade: “Nog een halve meter recht vooruit.”
Zoeker: “Nee hoor, hier is niks.”
Teade: “Ga met je hand recht naar beneden nu.”
Zoeker: “Echt Teade, d’r is niks.”
Teade: “Steek nu je hand maar tussen het gras.”
Zoeker: “Verdomd, vier eieren.”
Succesvol beheer
Murk kan er nog om lachen. “Wat een mensenoog op tien centimeter afstand ontgaat, ziet een drone op dertig meter hoogte wel. Nu zijn tureluurs wel meester in het verstoppen van hun nest. De werkelijke broedaantallen zullen daarom meestal hoger zijn dan we denken. Op Gruttoland schommelt het aantal broedparen de laatste jaren rondom de twaalf. In 2011 echter waren het er nog twee.” Het geeft aan dat de aanpak op Gruttoland met onder andere een hoge waterstand en aangepast maaibeheer succesvol is.
Angsthaas
“Tureluurs zijn wel angsthazen,” vertelt Murk verder. “Bijna altijd hebben ze hun nest vlakbij dat van een grutto of kievit. Bij onraad vliegen grutto’s en kieviten luidruchtig op en proberen hun belager te verjagen. Hiervan profiteert de tureluur, want die is er stiekem al lang van door gegaan. Op een afstand houdt hij de boel in de gaten en als de kust veilig is, keert hij terug naar het nest. Hebben tureluurs eenmaal kuikens dan verdedigen ze hun kroost met veel kabaal. Dat dan weer wel,” aldus Murk.
Tureluurpaspoort
Wetenschappelijke naam: Tringa totanus
Friese naam: Tsjirk
Herkenning: middelgrote steltloper; ♂ en ♀ grijsbruin, gestreepte borst, oranjerode poten, ♂ iets intensere kleuren
Lengte: 27 – 29 cm
Spanwijdte: 47 – 53 cm
Geluid: baltszang ♂ melodieus TJUUluuu-TJUUluuluu
Voedsel: slakjes, krabben, pieren, insecten; in kustgebieden garnalen, schelpdieren en visjes
Gedrag: baltstijd en met kuikens luidruchtig; verder zwijgzaam en onopvallend
Leefgebied: broedseizoen open, vochtige kruidenrijke graslanden; najaar en winter langs de (Wadden)kust
Nest: kuiltje in grond tussen dichte vegetatie
Aantal eieren: 4 in mei
Broedduur: 24 dagen
Vliegvlug: na 24 – 25 dagen
Trek: overwinteren op het Iberisch Schiereiland en langs de kusten van Noord- en West-Afrika; bij ons overwinterende tureluurs komen uit IJsland
Voorkomen: broedparen 17.000 – 20.000; winteraantallen 7.700 – 11.000
Gruttoland: jaarlijkse broedvogel met 10 – 14 paar