Tekst Hans Peeters / foto boven Lubbert Boersma
Soms is het lastig om te weten waar je mee te maken hebt. Zo is de Casarca-eend niet een echte eend, maar ook geen echte gans. Net als de bergeend zit de Casarca taxonomisch tussen de ganzen en eenden in. Om het eenvoudig te maken dus.
Casarca’s / foto Bennie van der Weide
Casarca’s zijn echter minder fel en agressief dan bergeenden. Ze gedragen zich rustig en trekken vaak in groepen op buiten het broedseizoen. Net als zijn rustige gedrag heeft hij ook een bescheiden uiterlijk. Volwassen vogels zijn oranjebruin of geelbruin of zo u wilt ‘raw sienna’ voor de schilders onder ons. Danwel ‘kurkuma’ voor de koks. Verder een zwarte snavel en een wit -gezicht. Wie goed kijkt ontdekt ook wit op de vleugel een groene spiegel. Al met al een heel aaibaar beestje.
Foto Jappie Seinstra
Casarca / foto Marten F. de Vries
Uit het oosten
Casarca’s komen van oorsprong voor in Zuidoost-Europa en Rusland. Daar broeden ze aan meren, zoutwatermoerassen, aan rivieren en zelfs op berghellingen. Elke nazomer verblijven er op het Eemmeer honderden casarca’s, die vermoedelijk uit Duitsland komen en bij ons ruien. Toch is het niet uitgesloten dat in Nederland broedende casarca’s afkomstig zijn uit waterwildcollecties alhier. Bijvoorbeeld vogels die uit vijvers of bij particulieren ontsnapt zijn en bij ons dan toch een plekje weten te vinden.
Casarca’s, niet in Gruttoland / foto Servan Ott
Casarca’s, niet in Gruttoland / foto Servan Ott
Casarcapaar in Gruttoland
Boer Murk over de casarca: “Al meerdere zomers wordt er in Gruttoland een paartje casarca’s gesignaleerd. Waar de vogels vandaan komen, mag Joost weten. Best mogelijk dat ze uit gevangenschap ontsnapt zijn, maar ze dragen geen van beiden een pootring. Dat duidt er dan toch weer op dat het wilde vogels zijn. Helaas hebben ze hier nog niet gebroed. De jonge kuikens lijken sprekend op die van de bergeend en de nijlgans. Echte dotjes dus.”
Casarcapaar in Gruttoland / foto Bennie van der Weide
Casarcapaar met regenwulpen in Gruttoland / foto Bennie van der Weide
Paspoort Casarca
Wetenschappelijke naam: Tadorna ferruginea
Friese naam: Kasarka
Herkenning: typische eend/gans; grootte als bergeend; bruinoranje – geelbruin kleed, zwarte snavel, wit gezicht, wit in vleugel en groene vleugelspiegel
Lengte: 58 70 cm
Spanwijdte: 110 – 135 cm
Geluid: nasaal en gakkende roep
Voedsel: scheuten en bladeren van waterplanten, maar ook visjes, garnalen, slakjes en insecten
Gedrag: tijdens trek en overwintering vaak in groepen
Leefgebied: meren en moerassen in Zuidoost-Europa (Bulgarije, Roemenië) en Rusland;
Nest: vlakbij water
Aantal eieren: 8 – 10
Broedduur: 30 dagen
Jongen zijn nestvlieder
Trek: in Nederland broedende vogels zijn standvogel, in nazomer en herfst grote groep op Eemmeer, maar ook in Groningen en Noord-Limburg
Voorkomen: broedparen 10 – 30; winteraantallen 80 – 120; in juli-augustus meer dan 1500 ruiende vogels
Gruttoland: enkele zomers 1 paar
Casarca tussen twee nijlganzen / foto Marten F. de Vries
Casarca en twee nijlganzen / foto Marten F. de Vries
Casarca boven Gruttoland / foto Lubbert Boersma
Foto Jappie Seinstra
Het bericht Casarca – aaibare gans of eend verscheen eerst op Agrarisch Natuurfonds Fryslân.