ANF Bestuurslid Marco Hoekstra is de vinder van het eerste ljipaai -kivietsei in Gemeente Ooststellingwerf. Hartelijk gefeliciteerd met deze bijzondere vondst van een ’twake’- tweetal!
Eieren rapen mag al sinds 2015 niet meer, ook deze eerste eitjes blijven in het nest liggen en worden vanaf het begin beschermd. De vondst van een eerste ei is vooral een erezaak en verbonden aan weidevogelbescherming. Door de Bond Friese Vogelwachten – BFVW zijn duidelijke spelregels vastgesteld, waardoor de historische traditie van het ‘Aaisykjen’ – kivietseieren zoeken zich hopelijk nog lange tijd voortzet. In deze dagen komen 1 voor 1 de meldingen binnen van een gevonden eerste kievitsei in een Friese gemeente. De vinders van deze eieren worden volgens traditie gehuldigd door de burgemeester. Net zo wordt de vinder van het allereerste Friese ei gehuldigd door de Commissaris van de Koning. Dit provinciale ei telt dan weer niet mee voor een gemeente. Ook is er een huldiging voor de eerste jeugdige vinder die een ei meldt, deze vinder van het Fryske Jeugdaai krijgt het Sulveren Polske overhandigd door de gedeputeerde van natuur van Fryslân. De traditie rondom het vinden van die eerste eieren is ontstaan in de tijd dat eieren nog geraapt mochten worden. Het rapen van eieren is ontstaan vanuit de noodzaak om het winterrantsoen aan te vullen met deze voorjaarsgift van de natuur. Ook werden de eitjes wel verkocht en de opbrengst was een welkome aanvulling op het schamele loon van veel gezinnen. Na WOII veranderde het eierenzoeken langzaam van noodzaak naar sport. In de hoogtijdagen van deze volkssport werd het eerste kievitsei in Nederland ieder jaar aangeboden aan de koning(in). Eieren van kieviten liggen niet maar zo voor het oprapen, het opsporen van de nesten is een ambacht en een kunst. Dit ambacht wordt tegenwoordig alleen nog ingezet ter bescherming van de weidevogelnesten. Vele vrijwilligers (7000 in heel Nederland, waarvan de helft in Fryslân) zetten zich na deze eerste periode in als weidevogelbeschermer (nazorger), van maart tot juli worden de nesten van de weidevogel opgespoord en geregistreerd, wat een schat aan informatie oplevert over de vogels. Informatie die weer wordt gebruikt om agrarisch beheer (zoals later maaien en verhogen van het waterpeil) in te zetten om de vogels te helpen.