Wervelende watersnip

Vogel van de week

Tekst Hans Peeters

Watersnippen leiden over het algemeen een teruggetrokken leven. Ze zijn schuw en houden zich bij voorkeur op in dichte begroeiing langs de rand van water of moeras. Daar vertrouwen ze op hun schutkleur en blijven lang stil zitten.

Foto Lubbert Boersma

Schrik een watersnip

De meeste keren dat ik een watersnip zag was dan ook als er eentje vlak voor mijn voeten opvloog, als ik eerlijk gezegd van het gebaande pad was afgeweken. Mijn eerste reactie was dan ook steeds: schrik. Voordat ik me dan goed realiseerde dat het een watersnip was die opvloog, was de vogel er al als een wervelwind vandoor. Met hun zigzaggende vlucht wisten ze ook menig jager te verrassen, toen er nog op snippen geschoten mocht worden. Dat mag gelukkig niet meer.

Foto Lubbert Boersma

Vijftig kleuren bruin

Totdat ik op Gruttoland kwam. Voor het eerst in mijn leven zag ik watersnippen op een armlengte afstand. Door de ingegraven fotohutten keek ik de vogels op ooghoogte diep in de pupillen. Wat een gewaarwording. Het meest indrukwekkend is de eindeloos lange snavel. Daarmee peuren ze diep in de grond op zoek naar larfjes en wormpjes. En dan die kleuren. Alle kleurschakeringen van wit naar zwart zitten in het verenpak. Overwegend bruin, maar dan lichtbruin, donkerbruin en verder lichtgeel, beige, oranje. Kortom vijftig kleuren bruin.

Een watersnip kan zowel voor- als achteruit kijken / foto Hans Peeters

In de kijker

Opvallend zijn ook de ogen. Die zitten aan de zijkant midden in de kop. Daardoor is de watersnip in staat om zowel voor- als achteruit te kijken. Zodoende kan hij eigenlijk naderend gevaar in een straal van 360° in de gaten houden. Hij hoeft dus niet als een uil zijn nek in een kramp te draaien, om het onheil te zien aankomen. Maar de watersnippen op Gruttoland weten zich veilig. Ze komen uit de dekking en laten zich prachtig mooi zien.

Foto Bennie van der Weide
Foto Lubbert Boersma

Tientallen

Ze poetsen hun verenpak en peuren in de modder en vertrouwen volledig op hun camouflagekleed. Boer Murk over de watersnippen van Gruttoland: “Elk najaar komen ze hier wel op bezoek. Het zijn vooral vogels uit IJsland die in Wommels neerstrijken. Het zijn er altijd enkele tientallen, maar in september kan dat wel oplopen tot honderd. In zachte winters blijven ze hier hangen, bij vorst vliegen ze door naar het zuiden.”

Foto Douwe Struiksma

Welkom Watersnip

“Tot nu toe heeft er driemaal een paartje gebroed op Gruttoland, dat was in 1989, 1990 en 1991,” vervolgt Murk. De aantallen broedvogels in Nederland zijn de laatste decennia sterk afgenomen. Het gaat hen net als andere weidevogels niet voor de wind. Die te neergang zien we ook elders in Europa. Sinds 1980 zijn hun aantallen overal flink gedaald.

Foto Bennie van der Weide
Foto Jappie Seinstra

Hemelgeit

Boer Murk: “Met de huidige positieve ontwikkelingen van Gruttoland en de uitbreiding van het plasdrasgedeelte verwacht ik zeker in de toekomst weer een broedgeval. Afgelopen voorjaar werd er al een baltsende watersnip waargenomen.” Baltsende watersnippen zijn indrukwekkend. Het mannetje vliegt rondjes om zijn territorium af te bakenen. Daarbij laat hij een snorrend, mekkerend geluid horen. Dit wordt veroorzaakt doordat de vogel de staartveren in een bepaalde houding houdt, waar de wind doorheen vibreert. Aan dit geluid dankt de vogel zijn bijnaam ‘hemelgeit’.

Foto Willem de Wolf

Watersnippaspoort

Wetenschappelijke naam: Gallinago gallinago

Friese naam: Waerlamke

Herkenning: Overwegende bruin met vlekken en strepen in diverse beige- en bruinkleuren

Lengte: 23 – 28 cm (incl snavel 7 cm)

Spanwijdte: 39 – 45 cm

Geluid: snorrend geluid in de vlucht; bij verstoring een luid skeep

Voedsel: wormen, insecten, kevers, langpootmuggen en hun larven

Gedrag: houdt zich op in beschutting van vegetatie; foerageert op slikken; vliegt rondjes tijdens baltsvlucht; snelle zigzag vlucht bij opvliegen

Leefgebied: vochtige natte graslanden, laagveengebieden

Nest: op de grond tussen de vegetatie

Aantal eieren: 4 soms 3 of 5

Broedduur: 18 – 20  dagen

Vliegvlug: jongen vliegen na 19 – 29 dagen uit

Trek: vogels uit IJsland, Scandinavië en Rusland trekken over Nederland; overwintering op Britse eilanden, Frankrijk, Spanje, Portugal en Noord-Afrika

Voorkomen: Over gehele land verspreid 1000 – 1500 broedparen; winteraantallen 10.000 – 20.000

Gruttoland: in najaar 10-tallen tot 100

Foto Marten F. de Vries
Foto Servan Ott