Onverzettelijke oeverzwaluwen

door Hans Peeters; foto boven Jappie Seinstra

‘Beter 100 zwaluwen in de wand, dan 10 in de lucht’. Met deze leus vroeg boer Murk in 2016 subsidie aan bij het IJsvogelfonds van Vogelbescherming. Dit fonds was en is bedoeld voor kleinschalige vogelbeschermingsprojecten, die op lokaal niveau worden uitgevoerd. Murk had al eerder twee oeverzwaluwwanden aangelegd, door de grond die vrij was gekomen bij het graven van een plasdras, op een hoop te gooien en recht af te steken. Er broedden wel oeverzwaluwen in, maar de wallen waren helaas niet stabiel genoeg voor een permanent onderkomen. Bij hevige regenval mislukten de nesten doordat de grond wegspoelde en de nesten instortten.

Kunstmatige overzwaluwwand in Gruttoland / foto Servan Ott
De kunstwanden liggen klaar met plastic pijpjes, die worden opgevuld met leemzand.

Zelf gegraven nestgangen

Met de subsidie werd in 2016 een betonnen wand geplaatst, waarin nestgaten voorgeboord waren. In de openingen bevinden zich plastic pijpjes, waarachter zich een wal bevindt van een meter leemzand. De voorgeboorde nestgangen worden eveneens gevuld met leemzand. Oeverzwaluwen graven namelijk zelf met hun snaveltje en kleine pootjes horizontale nestgangen van 60 tot 80 cm diep. In de nestholte aan het eind worden de 3 tot 4 eieren gelegd. Voordat het nieuwe broedseizoen aanvangt vult Murk met vrijwilligers de uitgegraven gangen weer op met leemzand, zodat bij aankomst de zwaluwen opnieuw kunnen beginnen met graven. In de eerste, door Vogelbescherming gesubsidieerde, wand bevonden zich 150 nestgaten. Inmiddels is de oeverzwaluwwand in Gruttoland uitgebreid naar meerdere wanden, met in totaal 257 nestgaten. In 2021 broedden er 165 paar oeverzwaluwen in de toen 180 aanwezige nestgaten. Het hele seizoen was het een drukte van jewelste van aan- en afvliegende zwaluwen.

Oeverzwaluwen vangen heel wat insecten boven de plas / foto Rob Blanken
Drie jongen wachten op een lekker hapje / foto Bert Verboog

Twee miljard insecten

De wand bevindt zich aan de nieuwe plasdras van Gruttoland en boven het water zoemt het van vliegende insecten. Het is er een tafeltje-dekje voor de vliegensvlugge insecteneters. Een paartje oeverzwaluwen kan 2 nestjes grootbrengen per jaar. Met elke keer 4 jonge, verdwijnen er heel wat insecten in de zwaluwmagen. Een zwaluw eet wel 50.000 vliegen, muggen en andere insecten per week. In een broedseizoen (april – september) is dat ruwweg 1.2 miljoen insecten per zwaluw! En dat voor een vogeltje van 13 – 15 gram. Bij 2 nesten met elk 4 jongne betekent dit zo’n 12 miljoen insecten per paar met nakomelingen. De 165 broedparen bij Murk zijn gezamenlijk dus goed voor pakweg 2 miljard insecten. We hebben ze nooit precies nageteld, maar het zijn er in elk geval onvoorstelbaar veel. Een betere insectenbestrijdingsmethode is er niet.

Hongerige jongen bedelen om voedsel / foto Marten F. de Vries
Oeverzwaluw met nestmateriaal / foto Willem de Wolf

Oeverzwaluwpaspoort

Wetenschappelijke naam: Riparia riparia; Friese naam: swel

Herkenning: als boerenzwaluw maar met korte staart; zandbruin van boven, wit van onder, bruine borstband

Lengte: 12 cm; spanwijdte: 27 – 29 cm.

Geluid: kwetterend gekras

Voedsel: vliegen, muggen en enz.

Gedrag: kolonievogel

Leefgebied: zandafgravingen, rivieroevers en kunstwanden

Nest: graaft nestgangen van 60 – 80 cm. diep

Aantal eieren: 5 – 6 eieren, broedduur: 12 – 16 dagen

Vliegvlug: jongen vliegen na 16 – 22 dagen uit

Trek: overwintert in tropisch Afrika

Voorkomen: broedparen 20.000 – 30.000; winteraantallen 0

Gruttoland: 165 paar in 2021

In het najaar verzamelen oude en jonge vogels zich voor de grote trek / foto in Gruttoland door Bennie van der Weide
Oeverzwaluwen in het riet / foto Willy Dikkers

Het bericht Onverzettelijke oeverzwaluwen verscheen eerst op Agrarisch Natuurfonds Fryslân.