Zonderlinge zomertaling

door Hans Peeters / foto boven Marten F. de Vries

De krooneend bestaat al, maar anders zou de zomertaling zomaar ‘krooneend’ kunnen heten. Volgt u het nog? Zomertalingen zijn de laatste decennia steeds zeldzamer geworden en vanwege hun schuwe gedrag lastig te zien. De ontdekking van een zomertaling – of nog liever een paartje – is altijd een waarneming met een kroontje en maakt je dag goed.

Zomertaling man, in alle schoonheid / foto Willem de Wolf
Opvliegend vrouwtje / foto Jappie Seinstra

Tijdens de voorjaarstrek in maart – april wordt er elk jaar wel een exemplaar gezien in Gruttoland. “Vreemd genoeg is het meestal een mannetje en slechts af en toe een vrouwtje”, merkt boer Murk op. “Dat kan ook komen omdat vrouwtjes onopvallend zijn en veel op de vrouwtjes van een wintertaling lijken. Een enkele keer wordt een paartje zomertalingen op de dobbe waargenomen.“

Zo’n verblijf duurt meestal slechts een paar dagen en dan trekken de vogels verder naar hun broedgebied. Murk: “Ik verdenk ze er wel van dat ze af en toe hier ook broeden, maar je vindt nooit  een nest of kuikens. Behalve in 2014. Toen werden er op 30 april televisieopnames gemaakt voor VARA’s Vroege Vogels. Gerrit Gerritsen van Vogelbescherming ontdekte toen een nest met eieren”.

Paartje zomertalingen in Gruttoland / foto Hans Peeters
Foto Jappie Seinstra

West-Afrika

De zomertaling is de enige Noord-Europese eend die de winter in Afrika doorbrengt. Ze overwinteren in West-Afrika van Senegal tot Mali. Daar kunnen ze zich rondom het Tsjaadmeer en in de binnendelta’s van de Senegal en Niger met duizenden ophouden. In hun overwinteringsgebied kunnen ze te kampen hebben met langdurige droogteperioden. Dit kan tot grote sterfte onder de eenden leiden.

Foto Marten F. de Vries
Foto Willem de Wolf

Zomertalingpaspoort

Wetenschappelijke naam: Anas querquedula;

Friese naam: skiertsjilling

Herkenning: grijsbruin gevlekt en gestreept met lichte dubbele oogstreep

Lengte: 37 – 41 cm

Spanwijdte: 60 – 63 cm; zo groot als wintertaling

Geluid: zacht kwak

Voedsel: insecten, larven, slakjes, zoetwatergarnalen, ook plantaardig materiaal

Gedrag: schuw; eten hetzelfde voedsel als slobeend en worden vaak samen gezien

Leefgebied: natte weilanden, ondergelopen grasland en rietkragen

Nest: goed verborgen tussen het gras

Aantal eieren: 8 – 11

Broedduur: 21 – 23 dagen

Vliegvlug: jongen zijn nestvlieders

Trek: overwinteren in West-Afrika van Senegal tot Mali; broedvogels uit Oost- en Noordoost-Europa, Rusland en West-Siberië trekken bij ons door

Voorkomen in Nederland: broedparen 1000 – 1400; winteraantallen 1 – 5

Gruttoland: enkele doortrekker in voorjaar; vastgesteld broedgeval in 2014

Foto Willem de Wolf
Foto Bennie van der Weide

Het bericht Zonderlinge zomertaling verscheen eerst op Agrarisch Natuurfonds Fryslân.